Quantified Self is een opkomende beweging die staat voor het gekwantificeerde zelf waarbij men zichzelf meet om zo inzicht te krijgen in gedrag. Er zijn verschillende tools, zowel apps als (wearable) devices, waarmee het gedrag in data wordt vertaald. Denk hierbij aan fitnessstatistieken, calorieëntellers en slaaptrackers die mensen (soms pijnlijk) bewust maken van hun manier van leven. Na het bewust maken van een bepaald gedrag kan men het gedrag aanpassen. In de vorm van Quantified Self meet-ups kunnen verschillende lifeloggers hun ervaringen en informatie delen met anderen waardoor men niet alleen van zichzelf leert, maar ook van anderen.
De term Quantified Self is in 2007 voor het eerst gedefinieerd door Gary Wolf (oprichter van het magazine Wired) in zijn gelijknamige blog. Echter is deze vorm van zelfcontrole niets nieuws. Al sinds de jaren 70 zijn er mensen die zichzelf meten onder de term sousveillance. Dit gebeurde in het begin veelal met pen en papier, maar al snel werden draagbare sensoren en computers gebruikt om gedrag van gebruikers om te zetten naar data. Andere termen die hiervoor gebruikt worden zijn ‘self-tracking’, ‘body hacking’, ‘auto-analytics’ en ‘lifelogging’. Het gemeenschappelijke doel van deze vormen van zelfcontrole is: het bewust worden en vervolgens verbeteren van het dagelijks functioneren.
Quantified Self in combinatie met technologie is vooral in de Verenigde Staten in opkomst. Als je anno 2013 de Amerikaanse Apple Stores of WallMart binnenloopt, is het schap met Quantified Self devices niet missen.
Deze snelle opkomst binnen Quantified Self is te danken aan een aantal ontwikkelingen. Zo zijn de ontwikkelingen op het gebied van mobiele technologie exponentieel aan het groeien. Processoren worden steeds sneller, kleiner en goedkoper. Deze ontwikkeling past binnen de Wet van Moore. In die wet wordt gesteld dat het aantal transistors dat nodig is binnen een processor elke 2 jaar verdubbeld. Als je dit exponentieel doortrekt dan zou het kunnen dat we in 40 jaar zover zijn dat de slimste computer (Watson van IBM), die nu nog de grootte heeft van een huis, gewoon in je broekzak zit. In dat geval zou je de toegang hebben tot kennis die gelijk is aan de gehele wereldbevolking. Dus ook de kennis van alle artsen en specialisten. Deze ultieme integratie tussen mens en machine (technologie) wordt in verband gebracht met singulariteit. Een begrip waarbij kunstmatige intelligentie te maken is die minstens gelijk is aan menselijke intelligentie.